Tin Can Mail

In een Belgisch filatelistisch tijdschrift kwam ik onlangs een artikeltje tegen over ‘Tin Can Mail' dat mijn belangstelling wekte. Het blijkt hierbij te gaan om een unieke manier van postvervoer in een blikken bus op een klein eilandje in de Stille Oceaan, Niuafo'ou geheten. Het hoe en waarom van deze postdienst doe ik u hieronder graag uit de doeken.


Luchtfoto van het eiland Niuafo'ou in de Stille Oceaan
Niuafo'ou is onderdeel van het Koninkrijk Tonga, een eilandengroep midden in de Stille Zuidzee gelegen tussen de Fiji- en de Solomon Eilanden en gesitueerd een stuk ten noorden van Nieuw-Zeeland. Het eiland is niet meer dan de top van een vulkaan die maar net uitsteekt boven het uitgestrekte blauwe water van de Pacific. Omdat de krater van deze vulkaan met water gevuld is heeft Niuafo'ou de vorm van een donut, een ring van land rond een centraal, diep meer. Het eiland heeft geen baaien of stranden, noch een haven waar een schip zou kunnen aanmeren. Sterker nog, omdat Niuafo'ou midden in de diepe Tonga-trog ligt lopen de wanden van de vulkaan steil de diepe oceaan in, tot bijna negen kilometer diep. Het is daarom voor een schip onmogelijk om bij het eiland voor anker te gaan en zelfs het afmeren van een roeiboot is vanwege de branding en de rotsige kust een hachelijke onderneming.

Het verhaal begint in 1882 toen William Travers, een blanke plantage-eigenaar, naar een manier zocht om te kunnen corresponderen met de buitenwereld, met name met zijn moederbedrijf in Australië. Hij zag met regelmaat passagiersschepen op enkele mijlen het eiland passeren, maar geen enkel schip kwam dicht genoeg in de buurt om contact te maken. Travers bedacht een ingenieus plan en vroeg de postale autoriteiten van Tonga om hem de post te sturen in een blikken trommel, zoals deze voor het bewaren van scheepsbeschuit aan boord van schepen gebruikt werd. Hij zorgde ervoor dat de kapitein van een van de schepen van de Union Steamship Company de bus oppikte bij het passeren van het eiland, als deze op weg was van Fiji naar Suva. Deze maatschappij vervoerde met regelmaat vracht tussen de eilanden in de Stille Oceaan. Als de kapitein een signaal op de scheepshoorn gaf ten teken dat er post was, stuurde Travers een zwemmer van het eiland naar het schip om de bus op te halen. Uitgaande post werd zorgvuldig in vetvrij papier verpakt en vastgebonden aan een stok, zodat de kapitein deze post in ontvangst kon nemen voor verder vervoer. Op deze manier kwam de ‘Tin Can Mail' tot stand. Toen enkele jaren later ene Arthur Tindall een handelspost op het eiland vestigde werd deze manier van postvervoer een regelmatig terugkerende gebeurtenis.


Brief uit 1936 naar Australië, voorzien van diverse stempels
De oorspronkelijke bewoners van het eiland leefden voornamelijk van de visvangst en waren uitstekende zwemmers die gewend waren in de gevaarlijke, van haaien vergeven oceaan te vertoeven. Door de sterke stroming rond het eiland kwam het echter voor dat een zwemmer soms wel 6 uur bezig was een blik aan land te krijgen, vanaf een schip dat maar een halve mijl voor de kust lag. Bij storm was het helemaal onmogelijk om een zwemmer erop uit te sturen, zodat men op andere manieren zinde om de post te ontvangen. In 1902 schreef Edgar Geil in zijn boek ‘Ocean and Isle' dat hij had meegemaakt hoe een kapitein brieven door middel van een raket naar het eiland schoot. In dat geval lukte de poging, maar vaak genoeg schoot de raket over het eiland heen, kwam neer in het meer in het midden van het eiland of verdween in de dichte begroeiing.

De post wordt aan boord gehesen
Bij een eerdere poging was het al eens gebeurd dat het pakket brieven vlam vatte. Het afschieten van de raket was een gebeurtenis die de hele eilandbevolking nauwlettend volgde, want degene die het pakket brieven vond en terugbracht kon op een beloning rekenen.

In 1921 werd Charles Ramsay als beheerder van een kopraplantage op Niuafo'ou aangesteld. Ramsay had een aantal jaren in het ziekenhuis gelegen nadat hij als militair tijdens de Eerste Wereldoorlog had blootgestaan aan strijdgassen. Ook hij had behoefte aan communicatie met de buitenwereld en nam de taak van het zwemmen met de post over. Hij is de enige blanke geweest die zelf de post heeft binnengehaald en heeft hiervoor 112 zwemtochten gemaakt onder zeer uiteenlopende weersomstandigheden. Als een schip ‘s nachts bij het eiland aankwam en het afgesproken sein gaf, dan gingen zwemmers als groep het water in, waarbij er één een lamp bij zich had. Op de kust werden dan vuren aangelegd om de zwemmers de weg terug te wijzen naar het kleine eiland.


Poststuk met uiteenlopende stempels, waaronder een afbeelding van het eiland (midden)
Een volgende fase in het Tin Can Mail-verhaal brak aan toen Walter George Quensell in de twintiger jaren op het eiland arriveerde. Hij realiseerde zich al snel dat er filatelistische mogelijkheden zaten in deze wijze van postvervoer. Met een eenvoudige stempeldoos maakte hij een rubberen stempel met de tekst ‘TIN CAN MAIL' en plaatste dit op alle uitgaande brieven.

De totale zonsverduistering van 1930 was het beste te volgen vanaf Niuafo'ou en dit had grote gevolgen voor het eiland, dat nu inmiddels bekend was als Tin Can Island. Paul Diefenderfer, onderwijsdirecteur op het eiland Suva, begeleidde als fotograaf een Amerikaanse expeditie die de zonsverduistering wilde onderzoeken. Hij was erg enthousiast over het gebruik van de bijzondere stempels op de post en de Amerikaanse wetenschappers maakten een eigen stempel ter herinnering aan deze gebeurtenis. Diefenderfer drong er bij Quensell op aan om zijn idee verder uit te bouwen en mooiere rubberen stempels te laten maken in Nieuw Zeeland.

In 1931 gebeurde het onvermijdelijke: een van de inlandse ‘postzwemmers' werd door een haai aangevallen en gedood. Koningin Salote van Tonga was erg ontdaan over de gebeurtenis en verordonneerde dat de post voortaan alleen per kano vervoerd mocht worden, niet meer zwemmend. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan, want de kano moest van de rotsen in het water gegooid worden waarna de bemanning in het water sprong om aan boord te klimmen. Omdat er aan de vissers geen beperkingen waren opgelegd gebeurde het nog regelmatig dat deze zwemmend de post ophaalden als er even niemand oplette. Op een bepaald moment dreigde er een staking die alleen afgewend kon worden doordat Quensell uit al zijn rubberstempels het woord ‘canoe' wegsneed. Vandaar dat we bij veel afstempelingen een vreemd gat tussen de woorden ‘Tin Can' en ‘Mail' zien staan.



Voor- en achterzijde van een brief naar Engeland uit 1937. Het rubberstempel links aan de voorzijde heeft als tekst: ‘This letter, enclosed in a water-tight tin was put into the sea from the cruise Steamer "Maunganui" off Niuafoou or "Tin Can Island" in the Tongan Group - Lat. 15.33' South, Long. 175.39' West on the 6th September 1937. G.B. MORGAN, D.S.C. COMMANDER.'
Op de achterzijde staan 11 verschillende afstempelingen.
Quensell sprak met de kapiteins af dat als passagiers hun post ‘in blik' bij hem lieten bezorgen met 6 pence extra voor de postzegel en behandelingskosten, hij deze post zou voorzien van speciale stempels en dan door zou sturen. Al snel gingen de kapiteins eigen stempels op deze brieven gebruiken met het informatie over Tin Can Island en het schip dat de brief vervoerde. De geschiedenis van al deze afstempelingen is een studie op zich geworden.

Uiteraard vonden de passagiers van de schepen het prachtig hoe de ‘inboorlingen' de post ophaalden en al spoedig namen de meeste cruisemaatschappijen het eiland op in hun reisschema. Uit alle delen van de wereld stuurden verzamelaars brieven naar het eiland met 6 pence en een aan zichzelf geadresseerde enveloppe. Door £ 1.- bij te sluiten kreeg men de brief met een compleet set frankeerzegels en ook nog eens aangetekend terug!

In de jaren daarna liet Quensell stempels in een groot aantal verschillende talen vervaardigen. Ondanks het feit dat de enveloppen door de vele stempels de indruk geven enkel filatelistisch maakwerk te zijn, was het toch de enige manier voor eilandbewoners om post van en naar het eiland te krijgen. Zelfs officiële correspondentie van de overheid met bestuurders op het eiland ontkwam niet aan de ijver van Quensell om deze van een groot aantal -steeds fraaier uitgevoerde- stempels te voorzien.


Ook deze dienstenveloppe, gericht aan het Hoofd van de Politie op Niuafo'ou, werd voorzien van vele stempels
De bewoners van Niuafo'ou waren enorm gebaat bij de belangstelling die het eiland hierdoor kreeg. In plaats van het bezoek van één kopra-schip per jaar legde er nu dikwijls twee keer per week een cruiseschip bij het eiland aan. Deze schepen brachten niet alleen post, kranten en tijdschriften, maar ook vers vlees en groenten en nieuws uit de buitenwereld.

In 1946 kwam door natuurgeweld een plotseling einde aan alle activiteiten op het eiland. Op 9 september van dat jaar vernielde een verwoestende aardbeving, gevolgd door een uitbarsting van de vulkaan, vrijwel alle gebouwen en installaties op het eiland. Bijna de helft van Niuafo'ou werd bedekt onder een laag lava. Op wonderbaarlijke wijze waren er geen mensenlevens te betreuren maar alle overheidsgebouwen, het postkantoor, het radiostation en Quensell's huis met zijn hele verzameling Tin Can Mail post gingen verloren.


Tussen de vele stempels lezen we o.a. 'Blikken Bus Post' en 'Verzonden per blikjespost'
Het duurde drie dagen voor een vliegtuig de eruptie in de gaten kreeg en via de radio om hulp verzocht. Met de ontploffing van de Krakatau (1883) in het achterhoofd werden alle 1330 bewoners van het eiland geëvacueerd. Pas 12 jaar later mochten zij weer terugkeren om hun kostbare kopra te oogsten. Tegen die tijd was Walter Quensell echter overleden, hij stierf in 1956. In januari 1962 was het eiland weer volledig bewoond.

In een brief had Quensell aan een vriend geschreven dat hij, gedurende zijn 27-jarig verblijf op het eiland, meer dan een half miljoen brieven had verstuurd naar 148 verschillende landen. Zijn afstempelingen waren in de loop der jaren steeds verfijnder geworden. Hij schreef dat hij op het laatst per bezoek van een cruiseschip wel 40.000 brieven ontving, voornamelijk uit de Verenigde Staten.


Enveloppe uit 1964 verzonden naar de USA
Pas in 1962 werd de Tin Can Mail postbe-zorging door de Matson Cruise Lines hervat, die daarmee reageerde op de aanhoudende verzoeken van de eilandbe-woners. Quensell's zoon, die in het Nieuw-Zeelandse Auckland woonde, werd verzocht een aantal herinneringsenveloppen te tekenen. De bewoners van Niuafo'ou hadden het contact met de buitenwereld echt nodig en de hervatting van de postdienst was een groot succes. Nadeel was dat de bezoeken van de cruiseschepen aan het eiland zóveel post met zich meebracht dat de echte post hiertussen volledig ondergesneeuwd raakte. Zakelijke brieven uit deze periode zijn dan ook uiterst zeldzaam.

De Tin Can Mail heeft ruim honderd jaar bestaan. De dienst werd beëindigd toen er in 1983 een vliegveldje op het eiland werd aangelegd waardoor deze vorm van postvervoer overbodig werd. In de USA zijn er veel verzamelaars van deze enveloppen en er bestaat ook een officiële ‘Tin Can Mail Study Circle'. Door het enorme aantal enveloppen dat in de loop der jaren via Niuafo'ou verstuurd is zijn deze brieven, een enkele uitzondering daargelaten, niet erg kostbaar en vrij eenvoudig via veilingen en beurzen te verkrijgen. Let er eens op, wellicht is het ook voor u een leuk verzamelgebied.

Ton Vis

Enveloppe ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Tin Can Mail.
Op de afbeelding links is te zien hoe de post per kano wordt aangevoerd.