Rariteiten in de filatelie Iedere verzamelaar droomt er wel eens van: in een oud archief of tussen de oude correspondentie van oma een enveloppe tegen te komen met een werkelijk zeldzame postzegel. Het zal maar weinigen overkomen, maar toch is het in het verleden een aantal keren voorgekomen dat iemand, meestal een nieuwsgierige schooljongen, bij toeval op een unieke zegel stuitte. Dit artikel gaat over de grootste rariteiten in de wereld van de filatelie. U zult tevergeefs naar deze zegels in rondzendboekjes zoeken, u komt ze hooguit tegen in een filatelistisch naslagwerk, catalogus of, als u geluk hebt, op een tentoonstelling. Wel worden deze zeldzaamheden af en toe afgebeeld op een moderne postzegel, bijvoorbeeld bij een herdenkingsuitgifte. Er zijn enkele zegels die zó uniek zijn, dat er slechts één exemplaar van bekend is. De bekendste die in dit verband altijd wordt aangehaald is de zegel van Brits Guyana van 1 cent zwart op magenta. Het is het beroemdste unicum en daarom vaak aangeduid als de zeldzaamste zegel ter wereld, maar het is zeker niet de enige zegel waarvan er ooit maar één werd gevonden. Het betreft een zeer primitief op karmijnrood papier gedrukt exemplaar, dat in 1856 in opdracht van de toenmalige postmeester in Georgetown tezamen met nog een andere waarde van 4 cent werd vervaardigd, toen de levering van nieuwe voorraden postzegels vanuit Londen uitbleef. Het is dus een nooduitgifte, eenvoudig in zwarte boekdruk gemaakt, met de afbeelding van een schip en de Latijnse wapenspreuk van de kolonie: "Damus Petimus que Vicissim" (Wij nemen en geven daarvoor). Om misbruik en namaak van de zegels te voorkomen moesten deze bij verkoop door de loketbediende met pen voorzien worden van zijn initialen. Op de waarde van 4 cent vinden we de intialen E.T.E. D.(alton), W.H.L.(orimer), C.A.W.(atson) en E.D.W.(ight). Omdat ook al in de 19de eeuw deze zegels uiterst schaars waren en uitsluitend voor binnenlands postverkeer werden gebruikt, bleef het bestaan van de 1 cent zegel lang onbekend. Nog langer duurde het eer er van deze zegel gewag werd gemaakt in filatelistische vaktijdschriften.
De beroemde zegel van Brits Guyana, One Cent on Magenta
Als de echte zegel onbereikbaar is, dan kun je hem altijd nog verzamelen op moderne zegels waarop de rariteit staat afgebeeld
De echte zegel (boven) en het recent gevonden tweede exemplaar Een andere "unieke" zegel is een misdruk uit Zweden uit 1855, de "Tre Skilling Banko" in de kleur geel. Deze zegel heeft normaal een groene kleur, maar vermoedelijk is een vel van deze zegels gedrukt in de kleur van de 8 Skilling, maar de juiste toedracht valt na zoveel jaren niet meer te achterhalen. Het mag wellicht toeval zijn, maar ook deze zegel werd "ontdekt" door een scholier. De veertienjarige Georg Wilhelm Backman uit Stockholm hoorde eind 1885 dat postzegelhandelaar Heinrich Liechtenstein op zoek was naar zegels uit de eerste frankeerserie van Zweden, met name de waarden 3 en 4 Skilling, waarvoor hij bereid was het aardige bedrag van 7 resp. 24½ kronen te betalen. Toen Backman rond de Kerst bij zijn oma op bezoek was vroeg hij of zij misschien nog oude brieven had liggen, zodat hij met de verkoop van de zegels zijn spaarzame zakgeld wat kon aanvullen. De lieve oma kon haar kleinzoon dit natuurlijk niet weigeren, en allerlei brieven kwamen te voorschijn. Daartussen bevond zich een enveloppe met de beroemde 3 Skilling zegel in gele kleur. De jongen had geen flauw benul dat deze zegel eigenlijk groen had moeten zijn, 3 is 3 zal hij ongetwijfeld gedacht hebben en die zegel was 7 kronen waard. Met zijn bezit ging hij naar de handelaar en bood hem verschillende zegels van 3 en 4 Skilling (op brief!) aan. Na enige twijfel betaalde Liechtenstein ook voor de gele zegel de afgesproken prijs. Deze handelaar had natuurlijk wel enig verstand van postzegels, en ook had hij een grote kennissenkring waarbij hij terloops informeerde naar het bestaan van een dergelijke zegel. Na enige tijd drong het besef bij hem door welke "gouden vangst" hij had gedaan. In 1894 bood hij de zegel aan de legendarische "postzegelkoning" Philipp la Rénotière von Ferrary aan, die hem voor 7000 kronen (£ 400,-) van hem kocht. Een formidabele waardestijging over een periode van negen jaar! Liechtenstein zal zich in de handen gewreven hebben, tot zijn geluk heeft hij tijdens zijn verdere leven niets meer gemerkt van de fabuleuze rijzen die later voor deze zegel werden neergeteld.
De vermaarde kleurmisdruk "Tre Skilling Banko" van Zweden
Hoewel de Zweedse misdruk de duurste postzegel is, zijn er filatelistische stukken die bij veilingen nog veel méér geld hebben opgebracht. Het gaat hierbij dan niet om losse zegels maar echt gelopen poststukken die, door hun unieke combinatie van waardevolle zegels of historische betekenis, bijzondere waarde gekregen hebben. Absolute winnaar in dit verband is de zgn. "Bordeaux cover", een brief waarop zowel de oranje-rode One Penny "Post Office" als de blauwe Two Pence van Mauritius prijkt. De afzonderlijke zegels, waarvan er alles bij elkaar 25 exemplaren bekend zijn, brengen ieder voor zich al een miljoen dollar of meer op bij recente veilingen, maar tezamen op een brief maakt dit een echt uniek stuk.
De "Bordeaux-brief" met de vermaarde twee zegels van Mauritius Een jonge fransman trof in 1902 de bewuste enveloppe aan tussen een stapel stoffige brieven, toen hij wat oude correspondentie aan het opruimen was. Toen hij de enveloppe goed bekeek schoot hem te binnen dat hij over deze zegels wel eens iets gelezen had in een tijdschrift. In het vermoeden dat zijn vondst wel eens veel geld waard kon zijn ging hij met de brief naar een postzegelhandelaar in Parijs, ene Lemaire. De handelaar besefte ook dat het stuk grote waarde kon hebben, en kocht het van de jongen voor ongeveer 40.000 francs. Later werd de brief aangekocht door de Franse verzamelaar Brunet de l'Argentière. In 1922 werd het zeldzame stuk gekocht door Arthur Hind, waarna het in 1934 bij de verkoop van de Hind collectie verkocht werd aan Maurice Burrus. Pas in 1963 werd het stuk opnieuw geveild, waarbij het voor $ 78.400,- werd aangekocht door de Robert H. Weill Company. In 1970 werd het gekocht door Hiroyuki Kanai en toegevoegd aan zijn befaamde Mauritius collectie. Uiteindelijk bracht het stuk in november 1993 bij een veiling van David Feldman het fabelachtige bedrag op van 5 miljoen Zwitserse francs, ruim 3,8 miljoen US $. Hiermee is de Bordeaux cover het duurste filatelistische item ooit. Een ander uniek item, zowel wat betreft zegel als brief, is de als "Blue Boy van Alexandria" bekend staande postmeesterzegel van 1846 uit Virginia (USA). Door de Postwet van 1845 was het aan directeuren van postinstellingen niet verboden voor de uitgaande post van hun eigen kantoor postzegels te laten vervaardigen, om hun eigen inkomsten wat op te krikken hebben vele postmeesters dit soort zegels uitgegeven. Deze staan thans bekend als "postmaster's provisionals" en vormen de allereerste postzegels in de Verenigde Staten. Hiervan zijn er 11 in de Scott catalogus opgenomen, alle uit plaatsen aan de oostkust van de Verenigde Staten, met uitzondering van de stad St. Louis. De "Blue Boy" (links) en een bruine zegel op brief
De unieke liefdesbrief met de "Blue Boy" zegel Slechts weinigen van ons eenvoudige verzamelaars zullen het voorrecht hebben om deze juwelen op postzegelgebied in het echt te kunnen bekijken, laat staan zelf een dergelijk exemplaar te bezitten. Maar enkel het bestaan van deze topstukken geeft glans en grootsheid aan de filatelie, en spoort in ons verzamelaars het verlangen aan om bij onze hobby op zoek te blijven naar het exclusieve, zeldzame, ongebruikelijke en afwijkende, en natuurlijk de schoonheid van bijzondere zegels.
Ton Vis
|