Mulready postpapier

Er is een tijd geweest dat het verzenden van een brief een heel gedoe was. Zo waren er aan het begin van de 19de eeuw, dus nog geen tweehonderd jaar geleden, geen postzegels, geen enveloppen en hadden de huizen geen nummer. Eerlijk gezegd hadden de meeste mensen ook niet zo'n behoefte om post te versturen, het gewone volk kon nauwelijks lezen en schrijven, laat staan dat men een brief kon opstellen. Families bleven hun hele leven bij


elkaar in hetzelfde dorp of stadsdeel wonen, als je wat te vertellen of te vragen had dan liep je er gewoon even heen. Bovendien betaalde de ontvanger voor de post, en je wilde iemand toch niet op kosten jagen? En kostbaar was het, want het vervoerstarief werd berekend naar het aantal velletjes papier en de afstand. Een enveloppe werd nauwelijks gebruikt, want die telde als een extra vel. Het zal duidelijk zijn dat postvervoer voornamelijk een zakelijke aangelegenheid was, gebruikt voor het verzenden van offertes, monsters, rekeningen en contracten. De brief of rekening werd dichtgevouwen, als het vertrouwelijk was werd er een lakzegel aangebracht en het adres werd er aan de buitenzijde op geschreven. Je moest dan zelf de brief naar het postkantoor brengen, want brievenbussen waren er niet.

Toen in de eerste helft van de 19de eeuw in Engeland de industriële revolutie op gang kwam, nam de hoeveelheid post zienderogen toe. De steden groeiden flink, en mensen kwamen verder uit elkaar te wonen, vaak dicht bij de fabriek waar men werkte. Bovendien breidde het


De revolutionaire eerste postzegel ter wereld, de 'Penny Black'
Britse imperium zich uit tot een echt wereldrijk, waarbij uitgebreid handel werd gedreven met verre koloniën. Het was niet echt handig om van elk poststuk het aantal velletjes te moeten tellen om het posttarief vast te stellen. Het was de Britse leraar en sociale hervormer Rowland Hill, die aan het eind van de dertiger jaren met het idee kwam om het poststelsel te vereenvoudigen door een uniform binnenlands posttarief in te voeren van één pence per half ounce gewicht, bij vooruitbetaling door de verzender te voldoen. Met dit revolutionaire idee was de postzegel geboren, de beroemde 'Penny Black', naar een portret op een medaille van William Wyon van de jonge Koningin Victoria, toen 15 jaar oud. De eerste verkoopdag was op 1 mei 1840, en de eerste dag van ingebruikname de 6de mei.

Maar de postzegel kwam niet alléén. Tegelijk met de postzegel werd als onderdeel van de Postal Reform Act ook postpapier uitgegeven, een vel met zwarte bedrukking voor 1 pence, en een met blauwe bedrukking voor 2 pence, net als bij de zegels. Er werd per vel een kwart pence extra gerekend voor de kosten van het drukwerk. Deze voorgegomde,


Mulready lettersheet van 2 pence (blauw). De waarde van het postblad staat midden onder aangegeven.
ongevouwen vellen waren geïllustreerd door William Mulready, een beroemd kunstenaar uit die tijd, die door de posterijen in 1839 was gecontracteerd om een deel van het vel te verluchtigen. Er waren twee versies verkrijgbaar: een ruitvormige enveloppe die gevouwen en dichtgeplakt kon worden door de gom van de bovenste flap te bevochtigen, en een rechthoekig vel dat als lettersheet te gebruiken

Originele Mulready enveloppe van 1 pence (zwarte bedrukking)
was. Als de achterzijde van het vel beschreven was diende het vel langs de stippellijntjes naar binnen gevouwen te worden om te worden dichtgeplakt, waarop een rechthoekige brief ontstond. Tot nog niet zo lang geleden waren er in Nederland en in andere landen nog luchtpostbladen in gebruik die op dezelfde manier gevouwen en verstuurd werden. Het Mulready postpapier werd gegraveerd door John Thompson (zijn naam staat vermeld op het briefpapier) en gedrukt door William Clowes & Sons in Londen, indertijd een van de grootste drukkerijen ter wereld.


Compleet, ongebruikt vel van een Mulready lettersheet, zoals het aan het publiek verkocht werd. Omvouwen en dichtplakken werd men geacht zelf te doen.

De illustratie van William Mulready was dusdanig op het vel gedrukt, dat na het vouwen van de brief de afbeelding op de voorzijde van de enveloppe zichtbaar was. In feite was de illustratie van Mulready een uitgebreide vorm van frankering, waarbij ook de waarde op de brief is aangegeven. Drukpersen kunnen echter alleen overweg met rechte vellen papier, het is duidelijk dat pas na de bedrukking het vel van de enveloppe in een ruitvorm werd gesneden. Rowland Hill en andere mensen uit de Britse postwereld waren er vast van overtuigd dat het Mulready postpapier in de groeiende correspondentiestroom een veel grotere rol zou gaan spelen dan de postzegel. Dat kleine zegeltje papier


De frankeerwaarde van de Mulready enveloppe was gebaseerd op binnenlands posttarief. Deze enveloppe ging per schip naar Malta, en moest met 10 pence bijgefrankeerd worden.
werkte eigenlijk omslachtig en werd in eerste instantie gezien als vervanging van de lakzegel, om een brief aan de achterzijde mee dicht te plakken. Hiertegen kwamen echter al snel de postbeambten in opstand, voor het afstempelen van grote hoeveelheden post was het veel eenvoudiger als de zegels zich allemaal aan de voorzijde, rechtsboven in de hoek, zouden bevinden. De meeste beambten waren rechtshandig, dat was daarom de meest logische plaats voor een zegel. Bij het Mulready postpapier speelde dat probleem niet, je had een voorgefrankeerde brief of enveloppe en apart briefpapier was niet nodig. Overigens was het toen nog gebruikelijk dat de postzegel in het postkantoor werd betaald en direct door de loketbeambte op de brief werd geplakt. Pas toen er in het midden van de jaren '60 in de straten brievenbussen verschenen (de beroemde rode pillar boxes, een vinding van de Britse romanschrijver Anthony Trollope), ging men postzegels thuis in voorraad nemen omdat men toen niet meer naar het postkantoor hoefde te gaan.


Deze enveloppe werd door de afzender kunstzinnig met de hand ingekleurd
Ondanks de hoge verwachtingen van Rowland Hill en consorten ging de Mulready briefomslag al spoedig smadelijk ter ziele. Mulready had zijn ontwerp voorzien van een fraaie allegorische voorstelling, geheel in de toenmalige tijdgeest, het begin van het Victoriaanse tijdperk. Als centrale figuur zien we Britannia, een vrouwelijke figuur die Brittannië symboliseert, samen met een wapenschild en een liggende leeuw. Uitstijgend boven de oceaan stuurt zij met een weids gebaar vier gevleugelde boodschappers over de continenten uit, waarvan er een slechts één been heeft. Verder zien we drie schepen, een Laplander met slee en rendier, William Penn met Amerikaanse indianen, een planter
Een drietal karikaturen van de Mulready enveloppe, waarmee met het ontwerp de draak wordt gestoken. Opvallend is dat ze allemaal ook echt postaal gebruikt zijn.
uit de tropen, Turken, Chinezen, Afrikanen, mensen die goed nieuws ontvangen, mensen die slecht nieuws krijgen, een hond, olifanten en kamelen. Wellicht allemaal wat teveel van het goede, want het briefpapier werd overladen met spot en hoon. Er verschenen vele -vaak amusante- karikaturen die met het Mulready briefpapier de draak staken.

Er kwam ook kritiek uit de hoek van de makers van post- en briefpapier, die zich in hun nering bedreigd zagen worden. Veel van de karikaturen zijn door deze drukkerijen vervaardigd. Al op 12 mei 1840 schreef Rowland Hill in zijn dagboek: 'Ik ben bang dat we het ontwerp van Mulready zullen moeten vervangen... het publiek heeft z'n afkeuring getoond en afkeer geuit ten aanzien van dit schoons.' Tegen het midden van juli werd de beslissing genomen de Mulreadys uit de verkoop te nemen, en werden er plannen gemaakt voor nieuw voorgefrankeerd postpapier. De enveloppen werden teruggetrokken in januari 1841


Stukje uit het nieuwe postpapier van Wyon met reliëfbedrukking
(1d) en april 1841 (2d), en vervangen door William Wyon's reliëfopdruk. De niet-verkochte voorraad aan Mulready postpapier werd grotendeels vernietigd.

Terwijl de mensen toentertijd de Mulready enveloppen en lettersheets verafschuwden, worden ze nu in filatelistische kringen hogelijk gewaardeerd. Een Mulready is een document uit een lang vervlogen tijd, een typisch product van de vroeg-Victoriaanse tijdgeest. Met name het gebruik van een enveloppe was in 1840 iets geheel nieuws, een noviteit waar het publiek aanvankelijk echt aan moest wennen.


In de Verenigde Staten werd graag voortgeborduurd op het ontwerp, maar dan wel met een eigen invulling zoals het vrijheidsbeeld
Ondanks het korte bestaan heeft de Mulready enveloppe en lettersheet de aanzet gegeven tot alle latere postwaardestukken, zoals voorgefrankeerde briefkaarten en geïllustreerde enveloppen, die met name in de Verenigde Staten tot op de dag van vandaag nog veelvuldig gebruikt worden. De Mulready is en blijft de eerste, en alleen daarom verdient deze een plaats in het hart van elke postzegelliefhebber.

Ton Vis