Het leven van Chris Lebeau

Iedereen die postzegels verzamelt kent ze wel, die bekende cijferzegels van voor de oorlog met een vliegende duif als afbeelding. Van de ingebruikname in 1924 tot het einde der geldigheid in juni


Vliegende duif
1948 zijn er miljoenen van verkocht en gebruikt, en behoort het tot een van de meest gebruikte postzegels in Nederland. De ontwerper van deze zegel is bij het publiek echter heel wat minder bekend (met uitzondering van de echte kunstkenners), vandaar dat ik in dit artikel het leven en werken van de kunstenaar Chris Lebeau eens nader wil belichten.


Zelfportret (1933)
Joris Johannes Christiaan (Chris) Lebeau werd op 26 mei 1878 geboren in een Amsterdams arbeidersgezin, als vierde en laatste kind van Jacques Charles Lebeau, machinist en winkelier, en Grietje Scholte. Vader Lebeau was een overtuigd socialist en als kind vergezelde Chris hem bij de colportage met het orgaan Recht voor Allen. Regelmatig werden bij de Lebeaus de ruiten ingegooid, ook moest vader Lebeau vanwege zijn overtuiging nogal eens van beroep veranderen. Hoewel de moeder er met naaien iets bijverdiende leefde het gezin vaak in bittere armoede, te meer daar de vader dronk. Lebeau zelf zou als reactie daarop zijn leven lang geheelonthouder, vegetariër en niet-roker blijven, ook gebruikte hij geen koffie en thee.


Eerste ontwerp (1923) met gevleugelde vredesengel
Aanleg voor tekenen toonde hij al heel jong. Hij doorliep, gestimuleerd door zijn onderwijzer en anderen en ondanks uiterst moeilijke materiële omstandigheden, met succes de Amsterdamse Kunst Nijverheid Tekenschool 'Quellinus' (1892-1895) en vervolgens de Rijksschool voor

Verticale schets
Kunstnijverheid (1895-1899). Daarna volgde hij tekenlessen aan de theosofische Vâhanaschool, die was opgericht door onder meer J.L.M. Lauweriks en K.P.C. de Bazel. Deze twee, leden van de Theosofische Vereniging, beïnvloedden Lebeau op geestelijk en artistiek gebied diepgaand en blijvend.


Posterontwerp (1928)
Als kunstenaar bleef Lebeau de Jugendstil of Art Nouveau altijd trouw, eerst in de kunstnijverheid, later in een grote verscheidenheid van kunstvormen, waarbij hij steeds gefascineerd werd en zich verdiepte in voor hem nieuwe technieken. Zo legde hij zich aanvankelijk, samen met zijn eerste vrouw, toe op het batikken, dat in Europa op dat moment vrijwel onbekend was. Hij introduceerde het in 1900 op de wereldtentoonstelling in Parijs.

Boekomslag
Na het batikken volgde werk met damast, hij maakte grafische ontwerpen en vrije grafiek, theaterdecors, lithografieën, krijt- en pentekeningen, schilderijen, glaswerk, glas-in-lood, wandschilderingen, houtsneden, sculpturen en theaterinterieurs en -exterieurs. Hij was daarmee een van de meest veelzijdige en productiefste kunstenaars van zijn tijd. Zijn toegepast werk omvat onder meer tafellinnen, boekbandontwerpen en boekversieringen,

In dit voorontwerp zien we een vogel (duif?) met lauwertak in de snavel
affiches, spotprenten, postzegels, ex-librissen (onder meer voor de anarchist B. de Ligt en voor de hoogleraren E.M. Meyers en R.P. Cleveringa), kalenders, vaandels, catalogi en diploma's. Zijn vrije werk bestaat uit landschappen, stillevens, naakten en portretten. Vooral in zijn olieverfportretten uit de jaren dertig liet hij de Jugendstil los en kwam tot een zuiver realisme.


Zelfportret (1919)
Lebeau werkte met veel succes als leraar aan een avondvakschool in de Jordaan en van 1904 tot 1914 aan de School voor Kunstnijverheid in Haarlem. Bij het lesgeven vond hij de karaktervorming net zo belangrijk als de artistieke ontwikkeling. Hij nam ontslag om zich geheel aan eigen artistiek werk te kunnen wijden, maar bleef wel aan individuele leerlingen lesgeven. In 1908 werkte hij een tijd in Antwerpen en in 1914 verbleef hij een halfjaar in Indonesië met het

Bij dit ontwerp zien we onderin golfjes (water?) verschijnen
toneelgezelschap van Eduard Verkade, waarvoor hij drie jaar lang decors maakte. Na deze reis vestigde hij zich in Den Haag. Bij een brand in de woonwagen waarin hij werkte ging veel werk verloren.

Tussen 1926 en 1929 verbleef Lebeau enkele keren in Bohemen voor het vervaardigen van glaswerk, ook werkte hij in België en Frankrijk. Het werk van Lebeau is goeddeels decoratief. Van zijn grotere werken is het interieur van het Asta-theater in Den Haag (1920) te noemen, dat vrijwel geheel verloren is gegaan. Hij ontwierp hier niet alleen de wanden (met batiks), gordijnen, lampen, tapijten en het glas-in-lood maar zelfs het stempeltje van


Muurschildering Oud-Katholieke Kerk Leiden
de portier. Zelf werd hij later tijdens een demonstratie tegen een nationaal-socialistische film uit het theater verwijderd. Lebeau maakte ook wandschilderingen in de trouwzaal van het Amsterdamse stadhuis (1927) en in de Oud-Katholieke kerk in Leiden (1926-1928). Op de voorstelling van het 'Geloof' in deze kerk treft men de in die tijd in de Verenigde Staten terechtgestelde anarchisten N. Sacco en B. Vanzetti en de hoofden van Mahatma Gandhi en Lenin aan. Lebeaus meest verspreide werk is het ontwerp voor de postzegel 'vliegende postduif' uit 1924, die tot ver na de Tweede

Door verschillen in tandingen en druktechnieken is deze serie een aparte studie waard
Wereldoorlog in verschillende waarden en uitvoeringen in gebruik was. Hij ontwierp ook enkele antimilitaristische zegels, die echter nooit zijn uitgevoerd.

Lebeau beleed zijn overtuigingen met grote felheid. Hij noemde zichzelf een religieuze anarcho-communist. Zijn anarchisme uitte zich in de eerste plaats in zijn persoonlijkheid, zijn levenshouding en levenswijze, waarbij hij onder alle


Paarse vaas (Kalebas), 1924
omstandigheden - ook als leraar en zelfs in gevangenschap tegen-over de nationaal-socialisten - recht voor zijn mening uitkwam. In zijn kunst was hij compromisloos en gewetensvol. Glaswerk bestemd om er alcohol uit te drinken wenste hij niet te blazen en hij weigerde postzegels te ontwerpen met de beeltenis van de koningin er op. Hij vervaardigde overigens wel een voor prinses Juliana bestemde bijbel.


Ontwerp met al duidelijk herkenbare duif. In de lauwerkrans staat 'vrede'
Lebeau zag het kunstenaarschap als een sociale taak en wilde de schoonheid terugbrengen in het ambacht, waaruit het naar zijn mening door het kapitalisme met zijn mechanische productie verdreven was. Hoewel hij als kunstenaar in 1904 mede-oprichter was van de Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst (VANK) en hoewel hij ook bij de

Nu staat 'cent' in de cirkel
Kamerverkiezingen van 1922 figureerde op een lijst van de Kunstenaarspartij, was hij in politiek opzicht geen organisatieman. Wel bezocht hij vergaderingen en bijeenkomsten van militante anarchisten en antimilitaristen. Vooral voor de Internationale Anti-Militaristische Vereeniging (IAMV) en

haar orgaan De Wapens Neder maakte hij illustraties, spotprenten en affiches en verzorgde hij, voornamelijk in de jaren twintig, de typografie van speciale nummers.

Nadat de nationaal-socialisten in Duitsland aan de macht waren gekomen sloot Lebeau een schijnhuwelijk met een Duitse joodse vluchtelinge. Tijdens de Duitse bezetting gebruikte hij zijn artistieke en ambachtelijke kennis voor het op grote schaal vervalsen van persoonsbewijzen en andere documenten ten behoeve van verzetswerk. Op 3 november 1943 werden Lebeau en zijn vrouw gearresteerd wegens hulp aan joodse Nederlanders. Lebeau nam alle verantwoordelijkheid op zich, waardoor zijn vrouw


Guilloche-zegels: duif achter tralies
vrijkwam. Hij kon zelf ook vrijkomen als hij beloofde zich voortaan van illegaal werk te onthouden, maar dat wees hij af. Via Vught, waarheen hij op 24 februari 1944 werd gevoerd, werd hij op 25 mei 1944 op transport gesteld naar het concentratiekamp Dachau. In gevangenschap bleef hij zijn vegetarisme trouw, gaf voedsel weg en weigerde soep als

In dit ontwerp suggereert de cirkel de wereldbol
hij dacht dat er vlees in kon zitten. Hij stierf in het concentratiekamp Dachau op 2 april 1945 van uitputting. Op 9 december 1961 werd Lebeau herbegraven op de Centrale Begraafplaats van de Oorlogsgravenstichting in Loenen.

Chris Lebeau geldt tegenwoordig als een van de meest veelzijdige en productieve Nederlandse kunstenaars uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Zijn werk draagt de


De luchtpostzegel (in houtsnede) toont een meeuw boven water, en is als het ware een negatief van de latere frankeerzegels
kenmerken van de Nederlandse Art Nouveau en Art Deco. De verscheidenheid aan kunstvormen die hij beoefende is indrukwekkend. Niet in de laatste plaats door de uiterste perfectie die hij in elk genre wist te bereiken. In Nederlandse musea zijn er al vele tentoonstellingen aan zijn werk gewijd.


Exlibris (ca. 1920)
Het komt waarschijnlijk door zijn eigenzinnige, anarchistische opvattingen dat Chris Lebeau tegenwoordig geen faam verworven heeft als gerespecteerd verzetsheld. Toch zijn er in kunstkringen veel bewonderaars van zijn werk, dat soms op de meest onverwachte plekken te bewonderen is. De filatelistische wereld zal hem altijd blijven herinneren door dat ene, in art nouveau gestileerde zegeltje, dat tientallen jaren onze kaarten en brieven heeft gesierd.

Ton Vis

Bron: diverse internetsites zoals Wikipedia,
Postzegelblog, Bwsa e.a.