Cartografie en postzegels

Wat is cartografie eigenlijk?
Cartografie houdt zich bezig met informatie over ruimte met de nadruk op de kaart. Dat wil zeggen, het zichtbaar en leesbaar maken van gegevens die door observaties en metingen zijn verzameld. Een eenvoudig voorbeeld is een plattegrond van een gemeente of een onderdeel van een wandel- of fietsroute. Er zijn ontzettend veel


Zegel uit 1898 van Canada, de oudste zegel met een landkaartafbeelding, tevens de eerste Canadese kerstzegel
soorten kaarten over zeeën, landen, berggebieden, enz, enz. Een kaart kan betrekking hebben op topografie zoals een kaart van Nederland op schaal. Je hebt grootschalige kaarten met veel details (schaal 1:10.000) of kleinschalige kaarten waarbij de hele wereld op een A-4tje kan worden afgedrukt (schaal 1:500.000).


Luchtvaartfondszegel uit 1935, vliegtuigen boven Nederland
Er zijn ook thematische kaarten en die hebben vooral betrekking op specifieke onderwerpen zoals de ontwikkeling van bosbouw, bodemgesteldheid, geschiedenis, (re)migratie en veel andere onderwerpen.

Wat doet een cartograaf?
Een cartograaf houdt zich bezig met ruimtelijke informatie. Het gaat daarbij niet alleen om de vraag en het antwoord 'wat' zich 'waar' bevindt, maar ook 'wanneer'. Alles heeft een


Kaart van Guernsey uit 1787
eigen plek. Een cartograaf vertaalt verzamelde informatie om een kaart met toelichting te maken, afgestemd op de gebruiker. De uitdaging aan een cartograaf is om verzamelde gegevens zodanig aan te leveren dat de gebruiker de gegeven informatie optimaal kan aflezen. Een kaart moet dus afgestemd zijn op de gebruiker, een kind op de basisschool is een andere doelgroep dan een hoogleraar of een avonturier in de binnenlanden van Borneo.


Globe van Praetorius uit 1568
Hoe oud is de kennis van cartografie?
Onderzoekers hebben een kaart gevonden van Babyloniërs van 3500 jaar geleden. Deze mensen woonden toen in het huidige Irak. De kaart is met spijkers ingekrast op een plak gebakken klei. De Egyptenaren maakten kaarten op papyrusrollen, een soort papier gemaakt van moerasplanten.

Tot de Middeleeuwen zijn voor verschillende doelen natuurlijk ontelbaar veel kaarten gemaakt. In dit verband moet de naam van Claudius Ptolemaeus worden genoemd (87-150 n.Chr.). Landkaarten van toen waren gebaseerd op de denkbeelden van die man. Atlassen waren willekeurige verzamelingen van samengebonden kaarten. Het begin van de grote ontdekkingsreizen luidde een nieuwe ontwikkeling van de cartografie in. Dan zijn immers


Op deze kaart is goed te zien dat men rond 1500 dacht dat de West-Indische eilanden dicht bij Europa lagen
kaarten nodig om te navigeren en je positie te bepalen. Vaak begaf men zich niet ver op zee, in ieder geval dicht genoeg bij de kust om deze nog te kunnen waarnemen. Op basis van kaarten van kustlijnen kon men zien waar men was. Maar bij grote ontdekkingsreizen ging dit niet meer op want om te ontdekken moest men zich ver uit de kust begeven. Instrumenten waren nodig om de positie te bepalen.


Kompas (links op de zegel)
Al heel vroeg beschikte men over een kompas. Met een kompas kan men bepalen in welke richting je vaart. Verder hield men een log bij om de snelheid van een schip te bepalen. Hierbij werd een verzwaard plankje overboord gegooid met daaraan een touw met knopen. Die knopen hadden een vaste afstand t.o.v. elkaar. Door het vieren van het touw kon men het aantal knopen tellen per minuut en daardoor de snelheid. Men wist dus de richting en de snelheid. Op deze manier kon met een koers uitzetten op een kaart en de positie bepalen. Deze manier van navigeren heet 'gegist bestek' en was niet erg nauwkeurig.

Al vroeg realiseerden astronomen en zeevaarders zich dat er aan het heelal punten zijn die vaststaan of zich volgens een bepaalde formule verplaatsten. De zon en de poolster waren hiervan op het noordelijk halfrond de belangrijksten. Als men wist waar men was t.o.v. deze voorspelbare punten, kon men door middel van berekeningen met een tabellenboek bij benadering bepalen waar men was.


Ontwikkeling van de cartografie in beeld. Op deze Engelse serie uit 1991 zien we steeds hetzelfde gebied, in 1816, 1906, 1959 en in 1991. Let op de manier van presenteren.

Ontwikkelingen in de tijd.
Tot de Middeleeuwen zijn er voor scheepvaartdoelen verschillende kaarten gemaakt, vooral in Nederland. Ons land nam een belangrijke plaats in als wereldcentrum voor cartografie. In dit verband moet de naam worden


Abraham Ortelius
genoemd van Ortelius. Hij maakte landkaarten van de hele wereld (althans wat toen bij de Europeanen bekend was) Hij stelt als eerste een atlas samen, een boekwerk met land- en wereldkaarten. Ortelius wordt ook wel de vader van de cartografie genoemd.

Noord-Europese landen, naar een kaart van Ortelius
Plancius, ook een beroemde cartograaf, gaf inzicht aan zeevarenden hoe je zeekaarten kon maken en lezen met de toen beschikbare meetinstrumenten. Australië werd in die tijd ontdekt en de kust in beeld gebracht op kaarten!


Willem Jansz. Blaeu
De naam Blaeu hoort ook in dit rijtje. De familie Blaeu maakte zee- en landkaarten en stadsplattegronden die in eigen beheer werden gedrukt en verkocht in grote oplagen.

Gerard de Kremer, beter bekend als Gerardus Mercator
Ook een belangrijke ontwikkeling in de cartografie was de vertaling van de 'ronde' wereld op een 'platte' kaart. Hoe kun je de wereld in een juiste verhouding op papier krijgen? In de 16e eeuw lukte het de cartograaf Mercator om door middel van projectie de zeeën en landen een juiste plaats op kaarten te geven. Het beginsel van Mercator is nog steeds in gebruik. Later zijn door anderen nog verbeteringen op de projectie van Mercator aangebracht waardoor ook de grootte van landen en continenten beter tot uitdrukking zijn gekomen.

Hoe kom je aan gegevens?
Eerder is al aangegeven dat de navigatiemiddelen aanvankelijk zeer beperkt waren (kompas, zon, poolster, knopen tellen) Later werden andere


Astrolabium
methoden tot ontwikkeling gebracht en gebruikt zoals het kwadrant, Jacobsstaf, passer en astrolabium. Vanaf de tweede wereldoorlog zijn er enorme sprongen gemaakt in de navigatie. Het principe bleef echter hetzelfde. De vaste punten

Jacobsstaf, hulpmiddel in de vroege cartografie
Zon en Poolster werden vervangen door radiozenders op bekende plaatsen langs de kusten. Door het meten van richting en later ook de afstand naar de zender was op een kaart te zien waar men was.


Mast, globe en satelliet
Het nieuwste instrument voor plaatsbepaling is het Global Positioning System (GPS). De radiostations op aarde werden vervangen door satellieten die op een bekende plek in de ruimte werden geplaatst. Navigatie, met deze door de mens geplaatste sterren, is niet meer weg te denken uit scheepvaart en eigenlijk ook niet uit alle verplaatsingen van mensen.

Cartografie en postzegels.
Over cartografie is eindeloos veel te lezen, op internet en studies. In deze bijdrage heb ik mij beperkt tot enkele ontwikkelingen in grote lijnen. In de postzegelwereld is alom zeer veel aandacht gegeven aan landkaarten, ontwikkelingen in de cartografie, meetinstrumenten en nieuwe technieken. Het is een aardig en interessant onderwerp voor een thematische verzameling.

Trees Mijland


Australische zeehelden en onderzoekers, afgebeeld met antieke kaart en instrumenten